De links naar deze livestreamings zijn de volgende:
voor de livestream om 11:00: https://youtu.be/kabKN0E4X_o
voor de livestream om 20:15: https://youtu.be/k9_g9JgY4Rg
Het fenomeen stilte heeft filosofen en kunstenaars van oudsher geboeid. Lao-tse, de grondlegger van het taoïsme, stelde lang geleden al : ‘ Het voornaamste geluid is stilte’. Het belang van stilte in de muziek is al door velen onderkend: Anton Webern (zijn Variationen op.27 zijn door Pierre Boulez ooit getypeerd als ‘contrapunt van stilte en geluid’), John Cage (4’33”), Morton Feldman, Paul Simon ( the sounds of silence ) en vele anderen hielden zich met het fenomeen bezig.
Om het repertoire van dit livestreamconcert wat breder te maken heb ik als thema ‘stilte en verstilling’ gekozen. Rusten en stilte spelen in veel van de gekozen werken een prominente rol maar ook rust en verstilling rechtvaardigen een plek in het programma.
1.Philip Glass (* 1937)
Uit: Metamorphosis (1987)
-Metamorphosis One
2.Erik Satie (1866 – 1925)
Prelude de la porte héroique du ciel (1894)
3.In memoriam Gustav Mahler
a.Viktor Ullmann (1898 – 1944)
Uit Sonate nr.1
-deel II: Andante (quasi marcia funebre)
b.Arnold Schönberg (1874 – 1951)
Uit 6 kleine Klavierstücke op.19
-nr.6: sehr langsam
4.Anton Webern(1883 – 1945)
Variationen op.27 (1936)
5.Esther Mägi (*1922)
Lapimaa Joiud (Laplandse melodieën)
-nr.VI
-nr.I
6.Arvo Pärt (*1935)
‘Für Alina’ (1976)
7.Peteris Vask (*1946)
Uit Jaargetijden: Winter
8.Claude Debussy (1862 – 1918)
Uit Préludes Livre I: Des pas sur la neige
9.Robert Nasveld (* 1955)
Frozen Blues (2002) , gecomponeerd voor Marcel Worms
10.John Cage (1912 – 1992)
In a Landscape (1948)
11.Philip Glass
Uit: Metamorphosis
-Metamorphosis Five
TOELICHTING
Philip Glass – Metamorphosis (1987)
Metamorphosis, een van Glass’ bekendste stukken voor piano solo, is gebaseerd op zijn muziek bij een toneelbewerking van Kafka’s beroemde verhaal die Verwandlung (1915), waarin de hoofdpersoon Gregor Samsa op een ochtend ontwaakt in de gedaante van een reusachtige kever.
Aan hoogdravende interpretaties van het werk van Glass is geen gebrek en ook Metamorphosis is herhaaldelijk buitenmuzikaal geduid. Een relatief nuchtere duiding beschouwt het werk als de levenscyclus van een organisme: van de fase als zaadje (I) naar de ontkiemingsfase (II) en, na de groeifase (III), via de bloeifase (IV) naar de uiteindelijk onontkoombare dood (V).
Erik Satie – Prelude de la porte héroique du ciel (1894)
De Prélude de la porte héroïque du ciel, net als de Messe des pauvres een product van Satie’s Rozenkruisersperiode, was bedoeld als muzikaal voorspel voor een toneelstuk van de occultistische schrijver Jules Bois. Satie hield erg van deze Prelude en droeg hem daarom aan zichzelf op. Het is een nogal statisch werk dat vooral een sfeer oproept zonder het daarop volgende drama te willen illustreren. Satie beschreef het als ‘een kleine Prelude (…) geweven als een geluidstapijt, vol mystieke zoetheid, extatische vreugde en intieme goedheid’.
In memoriam Gustav Mahler
Viktor Ullmann – Andante (quasi marcia funebre) uit Sonate nr. 1 (1936)
Arnold Schönberg – Uit 6 kleine Klavierstücke op.19 nr.6: sehr langsam (1911)
De associatie van de dood met stilte en verstilling is voor de hand liggend en dat is hoorbaar in de korte werken, die Viktor Ullmann en Arnold Schönberg schreven naar aanleiding van de dood van de door hen bewonderde Gustav Mahler. Het langzame deel uit Ullmanns Eerste Sonate voor piano is een treurmars ter nagedachtenis Gustav Mahler. Het laatste deeltje uit Schönbergs 6 kleine Klavierstücke geeft de doodsklokken weer bij de begrafenis van Mahler, een gebeurtenis die Schönberg ook als schilder heeft uitgebeeld.
Anton Webern(1883 – 1945) – Variationen op.27 (1936)
Weberns Variaties op.27 bestaat uit drie delen, die samen een reeks variaties vormen zonder thema…Het zijn variaties op een reeks van twaalf verschillende tonen, een zogenaamde twaaltoonsreeks, die na presentatie van de reeks in de openingsakkoorden van het eerste deel op complexe wijze wordt bewerkt en getransformeerd. Om van het werk te genieten is het niet nodig al deze transformaties te horen of te begrijpen. Vanwege die complexiteit geniet Webern bij veel muziekliefhebbers de reputatie van een sterk cerebrale componist. In de partituur van de Weense pianist Peter Stadler, die het werk met Webern aan zijn zijde instudeerde, heeft de componist echter een groot aantal aanwijzingen geschreven die allemaal aansporen tot een grote expressiviteit en emotionaliteit. Door de grondig uitgedachte constructie heen kunnen we proberen Webern te zien als een volgende schakel in de geschiedenis van de Westerse muziek, als een componist die de laatromantiek van Brahms en Mahler voortzet met de compositietechnieken van de twintigste eeuw.
Esther Mägi – Lapimaa Joiud (Laplandse melodieën)
De componiste Esther Mägi komt uit Estland en haar muziek doet in zijn geraffineerde eenvoud denken aan die van haar veel bekendere landgenoot Arvo Pärt. Maar Mägi is wel dertien jaar ouder dan Pärt en laatstgenoemde begon overigens pas vanaf 1976 in de voor hem zo kenmerkende sobere stijl te componeren. Mägi, de first lady van de Estse muziek, maakt veel gebruik van volksmuziek, zoals te horen is in haar Laplandse melodieën.
Arvo Pärt – ‘Für Alina’ (1976)
Nadat Pärt in 1968 van het Sovjet-regime een componeerverbod opgelegd had gekregen (hij had een Credo gecomponeerd, een zonde tegen het staatsathïsme), trok hij zich lange tijd terug om zich op zijn positie als componist te bezinnen. Pas in 1976 zou het resultaat hoorbaar worden: in het korte maar inmiddels al iconische Für Alina is zijn karakteristieke tintinnabulistijl te horen (tintinabulli zijn belletjes), waarin als basisprincipe één stem een rustige gebroken drieklank laat horen tegenover een kalm stijgende of dalende toonladder in een andere stem.
Peteris Vask – Uit ‘Jaargetijden’: Winter (Wit landschap, 1980)
Peteris Vasks wordt wel de Letse Arvo Pärt genoemd. Zijn muziek deelt met die van Pärt weliswaar de verstilling maar waar Pärt zich door zijn (christelijk) geloof laat inspireren, is voor Vasks de natuur de grote inspiratiebron. Zijn magnum opus voor de piano is de cyclus Jaargetijden, waaruit vandaag Winter is te horen.
“Alles is wit, een nieuw jaar begint. Een stille meditatie, een nieuw begin met slechts twee thema’s.” Zo introduceert Pēteris Vasks Balta ainava, wit landschap.
Het nieuwe jaar is nog zuiver, een tabula rasa. Ondanks de koude is het stuk doortrokken van een innerlijke warmte. Ook tijdens het lange winterseizoen is er hoop.
Claude Debussy – Uit Préludes Livre I: Des pas sur la neige
In deze minimalistische Prelude van Debussy zie ik in gedachten een maagdelijk witte vlakte. De eerste stappen in de sneeuw maken voorzichtig maar voorgoed een einde aan de absolute sereniteit van het landschap. De sfeer is er een van eenzaamheid en verlatenheid. Maar in feite kennen we de oorsprong van deze Prelude niet. En niet voor niets gaf Debussy zijn Préludes pas achteraf hun titel en schreef deze tussen haakjes onderaan het stuk. Mijn interpretatie is dus puur subjectief.
Robert Nasveld – Frozen Blues (2002)
“In mijn Three Pieces for Piano was de specifieke opdracht van de pianist om het binnenwerk van de piano te gebruiken. Ik vroeg mij toen af wat je aan dat onderwerp als componist nog kon toevoegen.
Eenzelfde vraag drong zich op toen Marcel Worms mij verzocht om een bijdrage te leveren voor zijn bluesproject. Nadat ik zijn CD beluisterd had wist ik meteen, dat ik een stuk wilde gaan maken waarin alleen nog maar mistige flarden aan de blues zouden doen denken. Schema’s, virtuoze loopjes en bergen noten; ze waren er allemaal tijdens de vele bespiegelingen. Uiteindelijk heb ik alle ‘’ballast’ overboord gegooid en koos ik voor eenvoud.” – Robert Nasveld
John Cage (1912 – 1992) – In a Landscape (1948)
In de jaren veertig van de vorige eeuw was Cage intensief bezig met Indiase filosofie.
Dit bracht hem tot een formulering over wat het doel van muziek zou zijn: to sober and quiet the mind, thus rendering it susceptible to divine influences.
In a landscape schreef Cage oorspronkelijk als begeleidingsmuziek bij een choreografie van de danseres Louise Lippold. Cage schrijft een bijzonder pedaalgebruik voor: zowel het linkerpedaal (het ‘zachte’ pedaal) als het rechter (waardoor tegelijk met de snaren die door de hamertjes aangeslagen worden, ook alle andere snaren mee gaan resoneren) moeten het gehele stuk door ingedrukt worden gehouden om pas bij het stom (zonder geluid) aangeslagen slotakkoord te worden losgelaten. Als je in de huiskamer héél stil bent, is het bijzondere effect daarvan hopelijk te horen.