De Suite of danssuite is voortgekomen uit de hoofse danspraktijk in het Frankrijk van de 17de eeuw, en verspreidde zich vandaaruit over heel Europa. Een reeks afwisselende dansvormen, gespeeld door het (hof)orkest, werd ingeleid door een openingsstuk als opwarmertje (Ouverture), dat gevolgd (suivre = volgen) werd door een reeks op elkaar aansluitende dansvormen. Tegen het einde van de 17de eeuw verzelfstandigde zich deze functionele muziek voor de danszalen in adellijke paleizen steeds meer tot concertmuziek. De stedelijke burgerij had inmiddels haar aandeel in de muziekbeoefening opgeeist en in dit verband werden suites meer en meer voor het klavecimbel, het huiskamerinstrument, geschreven.
De links naar de livestreamings zijn de volgende:
voor de livestreaming v an 11:00:https://youtu.be/CEytSetr_NQ
voor de livestreaming van 20:00: https://youtu.be/sV38gMefCAM
J.S.Bach (1685 – 1750) – Engelse Suite nr.3 BWV 808
-Prelude
-Allemande
-Courante
-Sarabande
-Gavotte I en II
-Gigue
Claude Debussy (1862 – 1918) – Suite Bergamasque
-Prélude
-Menuet
-Claire de lune
-Passepied
Francis Poulenc (1899 – 1963) – Suite Française (1935)
-Bransle de Bourgogne
-Pavane
-Petite marche militaire
-Complainte
-Bransle de Champagne
-Sicilienne
-Carillon
Erwin Schulhoff (1894 – 1942) – Suite Dansante en Jazz
-Stomp
-Strait
-Waltz
-Tango
-Slow
-Fox-Trot
De zes Engelse suites (BWV 806 – BWV 811) van Johann Sebastian Bach bestaan elk uit een reeks verschillende dansvormen. Ze zijn geschreven in Weimar, ten tijde dat Bach daar hofmusicus was, rond het jaar 1715. In tegenstelling tot zijn eerdere Franse suites, die allemaal beginnen met een Allemande, beginnen de Engelse suites met een Prelude. De naam ‘Engels’ zou verwijzen naar een anonieme Engelse edelman die aan Bach opdracht zou hebben gegeven tot het componeren van de zesdelige verzameling. Een kopie van de Suites was in het bezit was van Bachs jongste zoon Johann Christian Bach, die voor het overgrote deel van zijn leven in Engeland woonde. Daarop staat nadrukkelijk vermeld ‘pour les Anglois’ (letterlijk: voor de Engelsen).
De swingende Prelude van de derde Engelse Suite klinkt concertant: de opening is duidelijk orkestraal gedacht waarna spoedig passages van de solist volgen die transparanter zijn – een procédé dat Bach vaker in zijn klavierwerk volgt. Na een ritmisch complexe Courante brengt de magische Sarabande welkome rust. In dit deel gunt Bach ons een kijkje in de keuken: in een alternatieve versie van de Sarabande schrijft hij alle versieringen gedetailleerd uit. Opvallend in de eerste Gavotte is zijn de slagwerkachtige herhaalde g’s in de bas. De tweede Gavotte is een musette met z’n karakteristieke constante bastoon in de linkerhand, wat een doedelzakachtig effect oplevert. Van oudsher werd de musette als dans begeleid door het gelijknamige instrument, de musette, een eenvoudig soort hobo. De afsluitende Gigue laat ons als toetje nog een complete driestemmige fuga horen
Poulenc componeerde zijn Suite française oorspronkelijke voor een ensemble van blaasinstrumenten, slagwerk en clavecimbel. In hetzelfde jaar (1935) maakte hij er tevens een versie voor piano van. Poulenc schreef het stuk in neoklassieke stijl als eerbetoon aan de Rennaisance-componist Claude Gervaise (1525 – 1583), geïnspireerd door diens verzameling dansen: Le livre de danceries. Poulenc slaagt erin om de archaïsche 16de-eeuwse vorm in een moderne en persoonlijke jas te steken.
Debussy’s Suite Bergamasque werd pas in 1905 gepubliceerd maar was al in 1890 door Debussy voltooid. Qua stijl lijkt Debussy dan ook een stap terug in het verleden te doen. Het gebruik van de vroegere kerktoonladders is opvallend evenals romantisch aandoende elementen, die in het latere werk van de componist ontbreken.
Schulhoffs Suite Dansante en Jazz is een 20ste-eeuwse Suite, waarin barokke dansvormen als Allemande en Courante zijn vervangen door de dansen die rond 1930 in de mode waren, zoals de tango en de fox-trot.