De links naar deze livestreamings zijn de volgende:
voor de livestream van 11:00 https://youtu.be/T73i2QBk2AM
voor de livestream van 20:15 https://youtu.be/EjyjVYpElLQ
Felix Mendelssohn Bartholdy (1809 – 1847) – Preludes en Fuga’s op.35
-nr.1 in e kl.t.: Allegro con fuoco/ Andante espressivo
-nr.2 in D gr.t.: Allegretto/Tranquillo e sempre legato
-nr.3 in b kl.t.: Prestissimo staccato /Allegro con brio
-nr.4 in As gr.t.: Con moto / Con moto ma sostenuto
-nr.5 in f kl.t.: Andante lento/ Allegro con fuoco
-nr.6 in Bes gr.t.: Maestoso moderato / Allegro con brio
TOELICHTING
MENDELSSOHN – 6 PRELUDES EN FUGA’S op.35
Een paar jaar geleden studeerde ik de 6 Preludes en Fuga’s op.35 van Felix Mendelssohn-Bartholdy. Mendelssohn was, zoals bekend, de ‘herontdekker’ van Bach. In een kleine kring van connaisseurs bekend, genoot Bach absoluut nog niet de onomstreden status die Mendelssohn hem zou verlenen, onder andere door in 1829, honderd jaar na de première, de Matthäus Passion opnieuw uit te voeren en zo een tweede leven te bezorgen. In Engeland introduceerde hij Bachs orgelwerken en hij maakte de nu zo beroemde Chaconne in d mineur en de Parttita in E majeur voor viool solo populair door arrangementen van die stukken voor viool en piano. Ook verzorgde Mendelssohn de fundraising voor het beeld van Bach voor de Thomaskirche in Leipzig waar Bach van 1723 tot aan zijn dood als cantor de muzikale leiding had gevoerd.
Deze zes preludes en fuga’s zijn duidelijk geïnspireerd op het werk van zijn grote voorganger en met name op diens Wohltemperierte Klavier. Mendelssohn wilde zichzelf met deze polyfone stukken dwingen om, na een serie van relatief vrije Lieder ohne Worte, weer meer gedisciplineerd voor de piano te schrijven. Hij kiest een andere opeenvolging van toonsoorten dan Bach: waar de laatste, beginnend bij de toonsoort C majeur, alle majeur- en mineurtoonsoorten in stijgende volgorde afwerkt, gebruikt Mendelssohn drie toonsoorten met kruizen en vervolgens drie met mollen, waarbij mineur en majeur elkaar afwisselen.
De strenge contrapuntische schrijfwijze, die de componist zich hier oplegt, staat gelukkig zijn romantische geest niet in de weg. In de eerste prelude weet Mendelssohn in de virtuoze akkoordbrekingen een prachtige melodie in de middenstem te laten oplichten. De eerste fuga eindigt in, na een stormachtige ontwikkeling, in een majestueuze koraal. De laatste drie preludes zijn in feite Lieder ohne Worte terwijl de derde prelude een licht, typisch Mendelssohn-scherzo is.
De fuga werd in Mendelssohns tijd als een gedateerd genre beschouwd. Mendelssohn wilde de Fuga een nieuwe, romantische stem te geven. Hij is daar duidelijk in geslaagd: waar tijdgenoten simpelweg het model van Bach imiteerden, lukte het Mendelssohn om niet slaafs de dat model te volgen maar zijn eigen pianistiek en zijn eigen stem in deze preludes en fuga’s te laten klinken.