Domenico Scarlatti (1685 – 1757)
1.Sonate in G gr.t. L.304
2. Sonate in g kl.t. L.386
3. Sonate in b kl.t.L.449
4. Sonate in D gr.t. L.424
5. Sonate in A gr.t. L.483
6. Sonate in c kl.t. L.10
7. Sonate in b kl.t. L.33
8. Sonate in G gr.t. L.81
9. Sonate in f kl.t. L.118
10. Sonate in A gr.t. L.391
11. Sonate in cis kl.t. L.256
12. Sonate in Es gr.t. L.142
13. Sonate in f kl.t. L.171
De links naar de livestreamings zijn de volgende:
11:00 https://youtu.be/LAcDtqZAXpY
20:00 https://youtu.be/dPGevAKcnpk
Giuseppe Domenico Scarlatti – componist, klavecinist en organist – dankt zijn bekendheid vooral aan zijn sonates voor klavier, die door hun originele stijl en vaak hoge technische eisen een belangrijke invloed hebben gehad op Europese klaviermuziek. Over de jeugd van Scarlatti is niets bekend. We weten dat hij in september 1701 werd benoemd tot componist en organist van de koninklijke kapel in Napels. Over de jaren 1702-1708 spreken historici elkaar tegen. Zeker is wel dat hij in 1707 of 1708 naar Rome trok waar hij assistent-kapelmeester van zijn vader, componist Alessandro Scarlatti, werd in de Santa Maria Maggiore. Van 1701 tot 1720, heeft hij zowel voor kerkelijke als wereldlijke werkgevers regelmatig vocale en orkestwerken geproduceerd maar dit deel van zijn oeuvre heeft geen repertoire gehouden. Wel had Scarlatti inmiddels faam verworven als virtuoos klavecinist. Hij had tot 1720 in Rome verschillende betrekkingen die we hier onbesproken laten.
In 1720 reisde Scarlatti van Londen naar Lissabon waar hij een aanstelling kreeg als hofcomponist van de Portugese koning João V. Ook werd hij daar privéleraar van João’s kinderen, met name van diens toen negenjarige dochter die talent voor klavecimbelspel bleek te hebben. Voor deze Maria Barbara schreef hij tussen 1720 en 1757 het merendeel van zijn sonates, die hem een blijvende plaats in de muziekgeschiedenis zouden geven. Scarlatti schreef nog ten minste één oratorium, een Stabat Mater, cantates en symfonieën en een aantal opera’s maar in de praktijk worden alleen zijn sonates uitgevoerd waarvan Scarlatti er minstens 560 componeerde in vrijwel alle toonsoorten.
Raadselachtig blijft het feit, dat Scarlatti vóór zijn 35ste middelmatig werk schreef en daarna plotseling ronduit geniale muziek gaat componeren.
In 1729 werd Maria Barbara uitgehuwelijkt aan de Spaanse kroonprins Ferdinand VI van Spanje. Scarlatti vergezelde haar naar het Spaanse hof in Sevilla. Ook daar bleef hij aan de lopende band zijn Essercizi per gravicembalo componeren. De sonates hebben een tweedelige structuur met herhaling van de beide helften De tweede helft is daarbij meestal een doorwerking: een vrije variatie van het muzikale materiaal uit de eerste helft. Daarmee zijn Scarlatti’s sonates al te beschouwen als voorlopers van de klassieke sonate, die met name Haydn verder vorm zou geven.
Aan de hand van de sonates krijgen we een idee van het toenmalige soundscape van Spanje. We horen castagnetten, slaggitaren, klagende zigeunerliederen en uitbundige dorpsfeesten. Zo legde een buitenlandse gastarbeider als eerste de Spaanse volksziel voor ons bloot.
Er is maar een beperkte aantal Sonates door Scarlatti zelf gepubliceerd. De originele manuscripten zijn verloren gegaan maar kwamen daarvoor in het bezit van de beroemde castraatzanger Farinelli. Na diens dood wisselden ze een aantal malen van eigenaar totdat Alessandro Longo in 1906 de eerste min of meer complete uitgave verzorgde waarbij hij de sonates nummerde. De klavecinist Ralph Kirkpatrick schreef een uitvoerig werk over Scarlatti en koos zijn eigen nummering. Vandaar dat de sonates met een L- dan wel met een K-nummer aangegeven worden.
In zijn sonates gebruikt Scarlatti technieken en klanken die volstrekt origineel waren en vaak pas veel later door andere componisten zijn overgenomen. Ook gebruikt hij veelal gedurfde modulaties. Mede daardoor hebben de sonates sinds de 18de eeuw nog niets van hun frisheid en muzikale waarde verloren, ook als ze op de piano in plaats van op het clavecimbel gespeeld worden. De eerlijkheid gebiedt echter wel te zeggen dat een aantal sonates op het door Scarlatti beoogde klavecimbel beter tot hun recht komen dan op de moderne piano.