Twee nieuwe livestreamings van Marcel Worms: Fantasieën van Haydn, Mozart en Schumann

De links naar de livestreamings zijn de volgende:

voor de livestreaming van 11:00: https://youtu.be/agqWzTM8pBg

voor de livestreaming van 20:00: https://youtu.be/WJ91CbDR-O8

De Fantasie is een vrije vorm: er is geen vooraf vastgelegde structuur. De componist kan zijn ingevingen volgen zonder de bindingen van een vormschema. Fantasieën voor piano zijn talrijk maar niet elke componist slaagt erin om bij zo’n grote vrijheid een samenhangend en boeiend werk te schrijven. O.a. Haydn, Mozart en Schumann zijn glansrijk voor die opgave geslaagd.

PROGRAMMA

W.A.Mozart (1756 – 1791)

Fantasie in  d kl.t. KV 397  

Joseph Haydn (1732 – 1809)  

Fantasia (Capriccio) C gr.t. Hob.XVII:4 (1789)

Robert Schumann (1810 – 1856)

Drei Fantasiestücke op.111 

-Sehr rasch, mit leidenschaftlichem Vortrag

-Ziemlich langsam

-Kräftig und sehr markiert

W.A.Mozart

Fantasie in c kl.t. KV 475  

Robert Schumann

Fantasiestücke op.12 (selectie)

Des Abends

-Aufschwung

-Warum?

-Grillen

-In der Nacht

-Ende vom Lied

TOELICHTING

W.A.Mozart – Fantasie in d kl.t. KV 397

De Fantasie in d mineur, gecomponeerd in1782, is een atypisch werk van Mozart. Het is zeer vrij van vorm, is grillig van karakter, bevat veel tempowisselingen en is bovendien onvoltooid. Mogelijk is het laatste gedeelte verloren gegaan en was het Mozarts aanvankelijke plan om de Fantasie te laten volgen door een Fuga, zoals hij dat in eerdere gevallen deed.   

De meeste gebruikte afsluiting van het stuk – een tiental maten – is die van August Eberhard Müller, een bewonderaar van Mozart.                                                                                

———————————————————————————————————————————————————————-Joseph Haydn – Fantasia (Capriccio) in C gr.t.

In maart 1789 schreef Haydn aan zijn uitgever Artaria: In een moment van opgewekte stemming heb ik een nieuw Capriccio voor fortepiano geschreven, waarvan de goede smaak, de originaliteit en de speciale vorm ongetwijfeld bijval zal vinden bij zowel kenners als liefhebbers. Die laatstgenoemde amateurs (Liebhaber) bleken het werk echter nog knap lastig te vinden…

Het stuk zit vol onverwachte wendingen: gewoontegetrouw zet Haydn ons voortdurend op het verkeerde been. Duidelijk is, dat het stuk al voor de destijds moderne fortepiano is geschreven want de componist maakt volop gebruik van de dynamische mogelijkheden ervan. Zo kunnen we Haydn volgen op zijn ontdekkingstocht naar de klankmogelijkheden van het nieuwe instrument.

Het beginthema van de Fantasie is gebaseerd op een Oostenrijks volksliedje: Do Bäuren hat d’Katz valor’n (De vrouw van de boer heeft haar kat verloren)

————————————————————————————————————————————————————————-Robert Schumann – 3 Fantasiestücke op. 111

Toen Schumann zijn 3 Fantasiestücke op. 111 componeerde, was hij muzikaal directeur van de Opera van Düsseldorf waar hij het niet makkelijk had. Zijn geestelijke gezondheid ging achteruit, hij ondervond weerstand van notabelen, musici en publiek en vluchtte in het componeren. In haar dagboek schreef Clara Schumann in 1851: R. heeft drie pianowerken geschreven met een zeer ernstig en gepassioneerd karakter, die me bijzonder bevallen. Het zijn expressieve en onstuimige stukken met gewaagde harmonieën. Schumann schreef ze na een uitstapje met Clara naar Zwitserland waar hij erg van had genoten. Desondanks dragen de Fantasiestücke een heftig en veelal getormenteerd karakter.

————————————————————————————————————————————————————————–W.A.Mozart – Fantasie in c kl.t. KV 475

Mozart Fantasie in c klein werd tezamen met diens pianosonate in dezelfde toonsoort gepubliceerd. Lange tijd beschouwde men daardoor de Fantasie als inleiding op die sonate maar deze bleek uiteindelijk een zelfstandig werk te zijn.

Mozart bewandelt hier boeiende en kronkelende paden als het om toonsoorten gaat maar c mineur is en blijft de hoofdtoonsoort. Het is traditioneel de toonsoort die verbonden was met drama, hartstocht, lijden en pijn. Hoewel het stuk is gecomponeerd in 1784 wijst het al vooruit naar de negentiende-eeuwse wereld van de Romantiek. Ook Beethoven zou deze toonsoort later menigmaal gebruiken om zijn meest donkere gevoelens te uiten, bijvoorbeeld in zijn Sonate pathétique en in het derde Pianoconcert. Ondanks de vrije vorm, de tempowisselingen en de veelheid aan emoties die het werk oproept, bewaart het een overtuigende muzikale eenheid.

———————————————————————————————————————————————————————-Robert Schumann – Fantasiestücke op 12 (selectie)

Robert Schumann‘s Fantasiestücke, Op. 12 zijn geïnspireerd door de werken van een van Schumanns favoriete auteurs, de schrijver E. T. A. Hoffmann, die ook aan de wieg van Schumanns Kreisleriana stond. Hoffmans literaire fantasie weet Schumann hier te vertalen in een achttal miniaturen. Schumann droeg de stukken op aan Fräulein Anna Robena Laidlaw, een begaafde en aantrekkelijke jonge, Schotse pianiste met wie Schumann bevriend was geraakt. 

Zoals in veel van Schumanns werken is ook hier sprake van het spanningsveld tussen de twee persoonlijkheden die Schumann bij zichzelf ervoer: Florestan met zijn emotionele en hartstochtelijke karakter en Eusebius, de dromer. In sommige delen voert Florestan de boventoon, in andere Eusebius, in weer andere houden de twee zielen elkaar in evenwicht.

Des Abends is een van Schumann meest intieme stukjes muziek. In Aufschwung mag Florestan ongeremd losgaan, in het daarop volgende Warum plaatst Eusebius daar zijn vraagtekens bij. In der Nacht geeft ons een inkijk in Schumanns geest in de nachtelijke uren. Het slotdeel met zijn uiterst trage Coda is een muziek van de stilte, lang voordat nieuwlichters als John Cage en Morton Feldman die schreven.

Ga terug naar het volledige agenda overzicht